Lieven Leendert Bolle
Boer en bestuurder uit HaamstedeLieven Leendert Bolle (1817-1854) had nog een veelbelovend leven voor zich. In 1854, op 37-jarige leeftijd, kwam daaraan een einde. “Wat ik en mijne negen nog jeugdige kinderen in hem verliezen, zullen zij het best kunnen beseffen, die met zijn werkzaam leven van meer nabij bekend waren”, liet de weduwe noteren in de overlijdensadvertentie.
Bierbrouwers en landbouwers
Lieven Leendert werd geboren in Haamstede. Zijn vader, Job Adriaan Bolle, was daar bierbrouwer en later landbouwer. De naam van de familie Bolle was verbonden aan de brouwerij die Haamstede rijk was. Leden van de familie hadden zich beziggehouden met het brouwen van bier, de volksdrank bij uitstek. De brouwerij, die voorkomt onder de naam ‘De Witte Leeuw’, later ‘De Witte Gekroonde Leeuw’, bleef als gebouw intact waarbij de functie veranderde naar die van boerderij.
Uit het huwelijk van Job Adriaan Bolle en Adriana de Bruine werd in 1817 Lieven Leendert geboren. Zijn eerste voornaam kreeg hij van zijn grootvader, Lieven Bolle. De tweede voornaam was ontleend aan Leendert Bolle, bierbrouwer tevens landbouwer van beroep. Omdat deze geen nakomelingen had, werd zijn neef Job Adriaan Bolle erfgenaam van een belangrijk deel van de nalatenschap. Die goede verstandhouding zal voldoende reden zijn geweest voor vader Bolle om Leendert als tweede voornaam aan zijn zoon mee te geven.
De Bolles zaten al generaties in de besturen van Haamstede. Job Adriaan Bolle had zitting in de gemeenteraad en bekleedde ook de functies van assessor, de vroegere benaming van wethouder. Zoon Lieven Leendert Bolle was ook voorbestemd voor bestuurlijke functies. Een professionele bezigheid was dat nog niet en daarom was Lieven in de eerste plaats landbouwer. In 1838 trouwde hij met Johanna Neeltje Vis, dochter van Marinus Vis, burgemeester van Elkerzee en later van Haamstede. Burgemeester Vis sloot het huwelijk als ambtenaar van de burgerlijke stand. Elf kinderen kregen Lieven en Johanna, waarvan er twee na enkele maanden overleden.
Onder het bewind van zijn schoonvader werd Lieven Leendert in 1842 gemeenteontvanger van Haamstede. Een jaar later werd hij gemeentesecretaris. Vijf jaar later, in 1848, legde hij die functie neer vanwege zijn benoeming tot burgemeester van Haamstede als opvolger van zijn schoonvader. In 1852 werd Lieven Leendert Bolle lid van het waterschapsbestuur, voluit: de Centrale directie van Schouwen, Burgh en Westland, wat hij zou blijven tot zijn overlijden. Ook was Bolle penningmeester van de Polder Westerenban van Schouwen. Bovendien was L.L. Bolle in 1849 zijn schoonvader opgevolgd als rentmeester van de heerlijkheid Haamstede, wat hij bleef tot 1853 toen deze werd verkocht. In dat laatste jaar werd Bolle ook burgemeester van Burgh, wat hij slechts kort zou blijven vanwege zijn plotselinge overlijden een jaar later. In de beide functies, burgemeester van Haamstede en van Burgh, werd hij opgevolgd door zijn jongere broer Cornelis Marinus Bolle. Deze werd op zijn beurt in 1882 opgevolgd door Marinus Bolle, de tweede zoon van Lieven Leendert Bolle, die de beide ambten tot 1918 uitoefende. Toen kwam ook een einde aan de combinatie van de beide burgemeestersfuncties.
Tijdens het bewind van L.L. Bolle werd de Gemeentewet ingevoerd. Deze wet, ontworpen door minister Thorbecke, streefde de democratisering en professionalisering van de gemeentebesturen na, waarbij tevens de verschillen tussen de steden en het platteland werden opgeheven. De nieuwe wet bracht onder meer de zittingstermijn van raadsleden en wethouders terug van zes naar vier jaar, echter, die oude termijn bleef gehandhaafd voor burgemeesters. En zo is het tot op de dag van vandaag.
Wim de Vrieze heeft een hoofdstuk aan de Bolles en hun brouwerij gewijd in zijn boek 29 verhalen uit de historie van Schouwens Westhoek.
Dit verhaal verscheen eerder als column in Wereldregio, 25 juli 2016.