Dodelijke ziekte of moord op Rammekens

door Bram Silkens en Lisette Kootker

Op het zuidelijke bastion van Fort Rammekens bij Ritthem deed de Walcherse Archeologische Dienst in het voorjaar van 2012 een lugubere ontdekking. In een inderhaast gegraven kuil vonden ze het skelet van een man van middelbare leeftijd, minimaal 40 jaar, zonder kist of bijgiften. Hij moet ongeveer 1,71 meter groot zijn geweest en werd op de rug begraven met minimaal één hand op de borstkas.

Man met vrouwelijke kenmerken

Afwijkingen in de borstwervels kunnen wijzen op letsel, ziekte of botontkalking. Het gebit vertoont ernstige tandsteen. Het skelet heeft ook opvallende vrouwelijke kenmerken. Op basis van de laag waarin het graf zich bevond, kan de man hier eind achttiende eeuw begraven zijn. Maar wie was hij? Het weinig ceremoniële karakter van het graf doet geen belangrijk persoon vermoeden. Ook zijn er geen sporen van geweld of ongeval op het botmateriaal teruggevonden. Wel was er in deze periode op het fort een ziekenhuis gevestigd, waar patiënten tijdelijk in quarantaine verbleven.

Het mysterieuze skelet van Fort Rammekens (foto WAD).

Het mysterieuze skelet van Fort Rammekens (foto WAD).

Niet uit Zeeland

Waar de persoon vandaan kwam is niet duidelijk, maar zeker is dat hij niet in Zeeland is geboren. De dekzandgronden van Noord-Brabant of de Limburgse lössgebieden, maar ook Engeland, Duitsland en Scandinavië behoren tot de mogelijkheden.

Had deze man een speciale band met het fort? Werd hij slachtoffer van een ernstige ziekte en begroef men hem in alle haast om verdere besmetting te voorkomen? Of hebben we hier te maken met een misdrijf waarvan de sporen verdoezeld moesten worden onder de dikke aarden pakketten van het fort? Voorlopig geeft deze mysterieuze overledene zijn geheimen niet prijs…

Meer verrassingen

De aarden pakketten op het fort verborgen echter nog meer verrassingen. Zo troffen de archeologen in de door de Fransen opgebrachte lagen veel gefragmenteerd menselijk botmateriaal aan. Dit was vermoedelijk afkomstig van een nabijgelegen (verdwenen) kerkhof dat, misschien per ongeluk, op de schop ging en met de grond werd meegevoerd naar het fort.