De toren van Kortgene

Noord-Beveland verdween met de Sint-Felixvloed in 1530 grotendeels in zee. Maar de kerktoren van Kortgene bleef staan en is daarmee nu een van de oudste bouwwerken op Noord-Beveland.

De kerk van Kortgene in 2004 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto M. Meijer-van der Linde).

De kerk van Kortgene in 2004 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto M. Meijer-van der Linde).

Stadsrechten

De parochie Kortgene bestond al in 1247 en het plaatsje kreeg in 1413 zelfs stadsrechten. Een jaar later legde een grote brand het stadje volledig in de as. Met de herbouw werd meteen begonnen en daarna kende Kortgene een redelijk welvarende periode. In die tijd werden ook een nieuwe kerk en toren gebouwd. Aan de voorspoedige tijd kwam abrupt een einde op 5 november 1530, toen de Sint-Felixvloed het eiland verzwolg. Twee jaar later volgde een nieuwe watersnoodramp. Wat er al was opgebouwd na de Sint-Felixvloed ging toen weer verloren. Alleen de kerktorens van Kortgene en Wissenkerke bleven staan.

Dikke muren

Met het opnieuw inpolderen van Noord-Beveland werd in 1598 een begin gemaakt. Meer dan tachtig jaar later kon het verdronken stadje Kortgene opnieuw worden ingedijkt. De oude toren, die al die tijd als een baken op de schorren had gestaan, kreeg zijn oude bestemming terug. Wel werd er een nieuwe bakstenen muur omheen gebouwd. De muur van de huidige toren is daardoor meer dan een meter dik. Aan de toren werd op de oude fundering ook een kerkschip vast gebouwd, zodat het geheel weer als kerkgebouw kon gaan functioneren. Ook kreeg Kortgene een nieuwe haven en om de kerk en haven werden straten aangelegd en huizen gebouwd. De stad Kortgene was herboren.

Muziekgezelschap bij de kerk in Kortgene, 1959 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Muziekgezelschap bij de kerk in Kortgene, 1959 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

De bevolking van heel Noord-Beveland, waar vijf dorpen waren verrezen, bleef in de zeventiende eeuw groeien. Bewerking van het grote areaal vruchtbare landbouwgrond dat hier was bedijkt, vroeg een groot aantal arbeiders.

Interieur van de kerk in 1984 (Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto Gerard Dukker).

Interieur van de kerk in 1984 (Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto Gerard Dukker).

Overigens bleven Kortgene en haar kerk ook in later eeuwen niet gespaard voor watersnoden. In 1808 en 1953 stond het zoute water meters hoog in de toren.

Oorlogsbuit

In de kerktoren van Kortgene hangt de ‘Suzanne’ – een zware klok van 900 kg. De luidklok werd in juli 1674 buitgemaakt door luitenant-admiraal Cornelis Tromp. Hij veroverde met zijn manschappen het Franse schiereiland Noirmoutier, even ten zuiden van de monding van de Loire aan de Franse westkust. Volgens het geldende buitrecht mochten veroveraars de torenklokken van de veroverde stad opeisen. En dat deed Tromp. Behalve graan, runderen en enkele gevangenen nam hij vanuit Noirmoutier ook zes bronzen klokken mee. Van twee van deze klokken weten we waar ze zijn terechtgekomen. Beide waren in 1661 gegoten door de Franse beeldhouwer en klokkengieter Leonard Herve. De Marie Anne kwam in de kerk van Oud-Loosdrecht terecht en de Suzanne in Kortgene. Hoe en waarom de klok in Kortgene terechtkwam, is niet bekend.

Verovering van Île de Noirmoutier door admiraal Cornelis Tromp in 1674. Ets door Bastiaen Stopendael, 1690-1692 (Rijksmuseum Amsterdam).

Verovering van Île de Noirmoutier door admiraal Cornelis Tromp in 1674. Ets door Bastiaen Stopendael, 1690-1692 (Rijksmuseum Amsterdam).

Eeuwenlang zou de Suzanne zich laten horen over Kortgene ter aankondiging van kerkdiensten, huwelijks- en begrafenisplechtigheden, maar ook bij gevaar door bijvoorbeeld brand of storm.

De Suzanne uit Noirmoutier in de toren, foto uit 1966 (ZB, Beeldbank Zeeland).

De Suzanne uit Noirmoutier in de toren, foto uit 1966 (ZB, Beeldbank Zeeland).

In 1942, liet de Duitse bezetter de klok uit de toren halen en per schip afvoeren om te worden omgesmolten tot munitie. Zover kwam het met de Suzanne niet. De klok werd na de oorlog in het noorden van Nederland teruggevonden en in de toren van Kortgene teruggehangen.