Bakstenen en blote voeten

door Bram Silkens

In 2014 vonden Walcherse archeologen twee goed bewaarde veldbrandovens, net ten noorden van Arnemuiden. Ze waren eenvoudig opgebouwd met enkele smalle stookgeulen, waartussen rijen bakstenen vermoedelijk tot enkele meters hoog gestapeld lagen. Elke oven kon per bakbeurt enkele tienduizenden stenen produceren. De stenen het dichtst bij het vuur kregen door oververhitting een groenachtige glazuurlaag, veroorzaakt door het zout in de klei. Deze groene bakstenen werden vaak als decoratieve elementen in bijvoorbeeld kerkgebouwen gebruikt.

Eenvoudige middelen

De middeleeuwse baksteenproductie was een lokale aangelegenheid, met doorgaans geïmproviseerde ovens en werkterrein. Op de baksteennijverheid en de ongeschoolde, slecht betaalde werkkrachten, vaak vrouwen en kinderen, is lange tijd neergekeken. Het productieproces in de veldovens moest met eenvoudige middelen en minimale verplaatsingen een maximale productie bereiken. Het winnen van de grondstof vond bij voorkeur plaats in de directe omgeving van de baklocatie. Voorwaarde was wel dat deze plek ver genoeg van eventuele bewoning verwijderd was, om overlast door rook en vuur te vermijden.

Documenteren van een veldbrandoven bij Arnemuiden (Walcherse Archeologische Dienst).

Documenteren van een veldbrandoven bij Arnemuiden (Walcherse Archeologische Dienst).

‘In de rot’

De uitgegraven klei werd een winter lang ‘in de rot’ gelegd om plantaardige organismen te laten afsterven. In april begon het vormseizoen en werd de klei in lagen vermengd met water, en met blote voeten tot verwerkbaar materiaal gestampt. Dit zogenaamde ‘walken’ was bijzonder zwaar werk. Vervolgens werd de klei tot baksteen gevormd door de steenvormer. Met behulp van een vormtafel, enkele steenvormen, water en zand vormde deze persoon de bakstenen. De gevormde stenen werden op rijen te drogen gelegd waarna ze, eenmaal droog, werden gebakken.

Steenfabrieken

Deze arbeidsintensieve werkwijze bleef tot in de 19de eeuw nagenoeg onveranderd. Vanaf het begin van de 20ste eeuw namen steenfabrieken de productie over. Bakstenen kunnen archeologen en bouwhistorici helpen om structuren te dateren. Zo zijn middeleeuwse stenen, de zogenaamde ‘Zeeuwse moppen’, een flink stuk groter dan de bakstenen van vandaag. Sommigen waren zelfs meer dan 30 centimeter lang!

Literatuur

Bram Silkens, Een veldbrandoven aan de Derringmoerweg, Arnemuiden, in: Nehalennia 182, 2013, 13-16.