Watertoren in Axel
Meer dan zestig meter hoog is hij en daarmee een van de hoogste in Nederland. De watertoren in Axel dateert uit 1936 en was op dat moment de eerste in Zeeuws-Vlaanderen. Twintig jaar lang voorzag hij ook Terneuzen en omgeving van water. Hij is al lang niet meer in gebruik, maar staat er nog steeds. Zijn rijzige gestalte torent ver uit boven de bosschages van het omliggende natuurgebied. Een monument van vooruitgang uit de twintigste eeuw.
Komst van de waterleiding
Vanaf het eind van de negentiende eeuw werd in Zeeland waterleiding aangelegd. Het eerst gebeurde dat in de steden. Vanaf dat moment waren mensen niet langer afhankelijk van regenwater dat in putten werd opgevangen en daarin sterk vervuilde. Als drinkwater was het ten enenmale ongeschikt. Verontreinigd water was een van de belangrijkste oorzaken van de uitbraak van besmettelijke ziekten.
Het eerste waterleidingbedrijf in Zeeuws-Vlaanderen werd in 1926 opgericht. Toen in 1934 liquidatie van dit bedrijf volgde, besloten de zes grootste gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen onmiddellijk tot oprichting van een nieuw waterleidingbedrijf: de NV Waterleiding Maatschappij Zeeuwsch-Vlaanderen.
Druk
Voor een goed functionerend waterleidingnet waren in die tijd watertorens nodig. Zij zorgden voor de druk in het leidingnet, waardoor het water verder weg gelegen gebieden kon bereiken. De Zeeuws-Vlaamse waterleidingmaatschappij gaf daarom in 1936 opdracht tot de bouw van een watertoren in Axel. Het ontwerp is van de hand van architect C. van Eck uit Terneuzen. Aannemersbedrijf P. Knols uit Maastricht tekende voor de bouw.
Drie waterreservoirs
De twaalfhoekige toren is 60,6 meter hoog en opgetrokken uit donkere baksteen met een groen koperen koepelvormig dak. Binnenin bevinden zich drie waterreservoirs, die worden ondersteund door twaalf betonnen kolommen. Twee reservoirs, die in elkaar zijn gebouwd, hebben elk een inhoud van 500 m³. Ze liggen op ruim 48 meter hoogte. Het derde reservoir, dat zich op ruim 33 meter hoogte bevindt, kan 300 m³ water bevatten.
Het water werd aangevoerd vanuit het waterwingebied en het pomp- en zuiveringsstation te Sint-Jansteen. Door de hoogte waarop de vaten gelegen waren, ontstond er druk op het water in de standbuizen (pijpen), dat daardoorheen vanuit Axel naar Terneuzen en Sas van Gent werd geperst en van daaruit naar Oostburg en de rest van West-Zeeuws-Vlaanderen.
Oostburg en Terneuzen
Tot 1942 leverde de watertoren in Axel water voor heel Zeeuws-Vlaanderen. In dat jaar kreeg Oostburg zijn eerste watertoren, eveneens ontworpen door C. van Eck. De toren werd al na twee jaar verwoest door oorlogsgeweld. Een tweede toren werd gebouwd tussen 1948 en 1950. Voor het ontwerp daarvan tekende A.J. van Eck. Datzelfde gold voor de watertoren in Terneuzen, die in 1956 verrees. Deze watertoren werd in 2000 gesloopt.
Jong industrieel monument
De watertoren in Axel bleef tot in de jaren negentig van de twintigste eeuw operationeel. Eenmaal buiten gebruik gesteld, werd hij aangekocht door de gemeente Axel. Het gebouw werd aangemerkt als een jong industrieel monument en voor het publiek opengesteld. In tegenstelling tot veel andere watertorens die werden verbouwd tot kantoorpand, woonhuis of bedrijfsruimte bleef de Axelse toren in zijn oorspronkelijke staat bewaard.
Bronnen
Jan Zwemer, Bevolking en sociale verhoudingen, in: Paul Brusse en Jan Zwemer (red.), Geschiedenis van Zeeland, deel IV: vanaf 1850, Utrecht/Zwolle 2014, 91-139.
Geschiedenis van de watertoren, op de website van Het Warenhuis, Museum Land van Axel (hetwarenhuis.nl).