Vis of monster
Het watersnoodmonument tussen Stavenisse en Sint-MaartensdijkEen vis die zieltogend op het land is achtergebleven. Of een monster dat gereed staat om met zijn vervaarlijke klauwen toe te slaan. Beide zijn te herkennen in het beeld dat Gerrit Bolhuis maakte ter herdenking van de watersnoodramp van 1953. Het staat aan de weg tussen Sint-Maartensdijk en Stavenisse. Vis of monster, vriend of vijand: die tweeslachtigheid is volgens de kunstenaar kenmerkend voor de relatie van Zeeuwen met de zee.
Hulp na de ramp
Tijdens een zware storm en springvloed in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 braken in het zuidwesten van Nederland op tal van plaatsen de dijken. Rond twee uur gebeurde dat ook bij Stavenisse. Het zeewater stroomde het land binnen. Veel mensen werden in hun slaap verrast en zochten in allerijl hoger gelegen plekken op: een dijk, een nabijgelegen dorp maar vaak ook de bovenverdieping, zolder of het dak van hun eigen huis. De daaropvolgende vloed van zondagmiddag 1 februari richtte nog meer schade aan. Evenals andere delen van Zeeland kwam bijna heel Tholen onder water te staan. Stavenisse werd het zwaarst getroffen. Hier kwamen 156 mensen om het leven.
Na de ramp kwamen nationale en internationale hulpacties voor de getroffen gebieden op gang. Behalve voor de leniging van directe nood werd ook geld ingezameld voor de wederopbouw. Een aantal Noord-Hollandse gemeenten en de Utrechtse gemeente Maartensdijk adopteerden de gemeenten op het eiland Tholen. Als laatste geschenk boden zij een kunstwerk aan dat de verschrikkelijke ramp op bijzondere wijze verbeeldde.
Twee kanten
Het stenen beeldhouwwerk is gemaakt door de Amsterdamse beeldhouwer Gerrit Bolhuis (1907-1975). Hij legde in het werk het dualisme vast in de houding van de Zeeuwen tot de zee. De zee had welvaart gebracht, maar kon ook veranderen in een alles verzwelgend monster. De enorme, expressief vormgegeven vis, die naar adem lijkt te snakken, verandert als je er vanaf een bepaald punt naar kijkt in een roofdier met vleugels (rugvinnen), klauwen (buikvinnen) en een vogelkop (staart van de vis).
Bolhuis’ bekendste werk is Fusillade of De gevallen hoornblazer (1954), het monument voor gefusilleerden in het Eerste Weteringplantsoen in Amsterdam. Ook voor Winterswijk, Epe en Beverwijk maakte Bolhuis oorlogs- en verzetsmonumenten. Daarnaast maakte hij ander figuratief werk. Beelden van zijn hand zijn in het hele land in de openbare ruimte te vinden.
Weerstand
Bolhuis’ watersnoodmonument was eigenlijk bedoeld voor Stavenisse. De gemeente zag echter van plaatsing af toen bleek dat het beeld onder orthodox-gereformeerden in het dorp op weerstand stuitte. In navolging van hun predikant J.W. Slager zagen zij de watersnood als een straf van God. Zij geloofden dat God door middel van de ramp de bevolking probeerde tot een dieper geloofsleven dan wel tot bekering te brengen. De overtuiging dat in de ramp de hand van God zichtbaar was, liet zich niet verenigen met het monster dat Bolhuis had gecreëerd. Daarom werd besloten het kunstwerk buiten Stavenisse te plaatsen.
Het kreeg een plek aan de Provincialeweg tussen Stavenisse en Sint-Maartensdijk, waar het op 13 november 1958 werd onthuld. Op deze plaats, waar in de verte de geheelde dijken zichtbaar zijn, werden na de ramp meerdere slachtoffers gevonden.
Literatuur
Tholen in beeldspraak; kunstwerken in de gemeente Tholen, Tholen 2003.
Jan Zwemer, Al waren de dijken twintig meter hoger geweest…; geloofsbeleving in het rampgebied van 1953, in: Zeeland 12 (2003) 1, 10-16.