Prins en Dingemanse

De geschiedenis van een oud familiebedrijf

De moderne oesterkweek startte rond 1870 met Yerseke als centrum. Tien jaar later, in 1880, begon landbouwer Jacob Prins onder de naam Jac. Prins aan de Havendijk in Yerseke een bedrijf voor oesterteelt en -handel. Hij richtte het bedrijf onder andere op om twee van zijn drie zoons een gezonde financiële toekomst te geven.

Mosselen pellen (mosselen uit de schelp halen, waarna deze ingelegd worden in potjes met azijn) in de mosselkokerij en inleggerij De Zeeuwsche Banier van Jan Prins aan de Grintweg in Yerseke, circa 1950 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Mosselen pellen (mosselen uit de schelp halen, waarna deze ingelegd worden in potjes met azijn) in de mosselkokerij en inleggerij De Zeeuwsche Banier van Jan Prins aan de Grintweg in Yerseke, circa 1950 (ZB, Beeldbank Zeeland).

In 1927 begon Jan Prins vanuit Bruinisse met kreeftenvisserij op de Grevelingen. Vier jaar later, in 1931, werd de kreeftenfirma Jan Prins uitgebreid met een schaaldier- en schelpenhandel. De activiteiten van de oesterfirma Jac. Prins kwamen erbij. De naam werd Jan Prins, in de volksmond ‘De firma Prins’.

In 1937 was er vanuit de firma Jan Prins – aan de Grintweg in Yerseke – de oprichting van conservenfabriek De Zeeuwsche Banier en in 1951 richtte Jan Prins met anderen een bedrijf op voor handel in verse mosselen.

In de jaren vijftig zaaide een mosselparasiet dood en verderf in de Zeeuwse wateren. Door deze bedreiging ontdekten de Zeeuwse mosselkwekers de Waddenzee als nieuw broedgebied.

De winter van 1962/1963

Door de zeer strenge winter van 1962/1963 stierf vrijwel het hele kreeftenbestand in de Oosterschelde uit. Ook vroor 90 procent van de oesters kapot. Veel kwekers stopten ermee, maar Prins zette door. Later, bijvoorbeeld in de jaren tachtig, zou de mosselsector nog vaker geconfronteerd worden met de verwoestende werking van strenge vorst.

1980: Prins & Dingemanse BV

In 1980 werden verschillende bedrijven door de verzwaring van de Oosterscheldedijk gedwongen te verhuizen naar het nieuwe bedrijfsterrein aan de Korringaweg. De firma’s Prins en Dingemanse besloten de krachten te bundelen en samen te gaan. Zo werd de onderneming Prins & Dingemanse BV opgericht. De kleur geel en het rood-wit-blauwe logo deden hun intrede.

De door de mosselkotter YE 55 opgeviste mosselen worden gelost in een container, waar deze, voordat ze gereed gemaakt worden voor verzending (consumptie), worden verwaterd, circa 1975 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Wolterbeek).

De door de mosselkotter YE 55 opgeviste mosselen worden gelost in een container, waar deze, voordat ze gereedgemaakt worden voor verzending (consumptie), worden verwaterd, circa 1975 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Wolterbeek).

1987: stormvloedkering

In 1987 opende koningin Beatrix de stormvloedkering in de Oosterscheldemonding. Het behoud van getijden en zout water was de redding van de schaal- en schelpdiersector. Dit was mede een gevolg van een succesvolle lobby van de mosselvisserij en de milieubeweging.

Jaren negentig: overname en technische verbeteringen

Begin jaren negentig werd Prins en Dingemanse overgenomen door het Franse concern Euro Nature. Omdat het niet goed uitpakte, werd het bedrijf na twee jaar weer teruggekocht door de familie Prins.

De jaren negentig werden voor het bedrijf vooral gekenmerkt door technologische vernieuwingen. Zo introduceerde Prins & Dingemanse in 1994 de lekvrije mosselemmer, bestemd voor de supermarkt. Een jaar later, in 1995, ontving het bedrijf, als eerste visbedrijf in Nederland, het ISO-9002 certificaat ten bewijze van een goede en voedselveilige productie en distributie. Het bedrijf nam tevens als eerste mosselbedrijf een waterzuiveringssysteem met koeling voor de verwerking van de mosselen in bedrijf. Hierdoor werd Oosterscheldewater gezuiverd tot drinkwaterkwaliteit (het blijft wel zout) en gekoeld tot 1 graad Celsius. Met dit gezuiverde en gekoelde water volgde een naverwatering en schoonmaak en daarna konden de mosselen de koelwagens in voor transport.

In 1997 ontwikkelde Prins & Dingemanse de lekvrije en vershoudende MAP-verpakking voor schaal- en schelpdieren, waarvoor diverse octrooien werden verleend. De uitvinding zorgde voor een enorme stimulans van de afzet van mosselen. Hierdoor was het mogelijk schelpdieren over de hele wereld te exporteren. In licentie was de verpakking ook aan buitenlandse collega-mosselbedrijven verkocht. Een van de zeventien bv’s van Prins en Dingemanse hield zich hiermee bezig. De verleende octrooien zorgden wel voor veel opschudding. Door negen andere bedrijven werd het octrooi aangevochten, maar dat werd door de rechter niet gehonoreerd.

2006: Koninklijk!

In 2006 verleende koningin Beatrix op voorspraak van de burgemeester van Reimerswaal en de commissaris van de Koningin in Zeeland het dan 125 jaar bestaande bedrijf het predicaat koninklijk. Om hiervoor in aanmerking te komen moet een bedrijf tenminste honderd jaar bestaan, van groot belang zijn binnen zijn vakgebied en van landelijke betekenis zijn. Vanaf 2006 heette het bedrijf officieel de Prins Groep ‘Koninklijk schaal- en schelpdierenbedrijf Prins & Dingemanse’. In Nederland zijn er ongeveer 150 bedrijven met het predicaat ‘Koninklijk’.

Mosselen waren intussen het hele jaar door verkrijgbaar. Wanneer het mosselseizoen tussen april en juli stil lag, werden er door Prins & Dingemanse dan ook mosselen uit Canada of Noorwegen aangevoerd. In duidelijk herkenbare verpakkingen met de herkomst van de mosselen duidelijk erop aangegeven.

Omdat de Nederlandse overheid vanwege milieuredenen de vangst van natuurlijk mosselzaad in de Waddenzee aan banden legde, besloot Prins & Dingemanse in 2006 te gaan investeren in de kunstmatige kweek van mosselzaad. Daartoe kocht het bedrijf tien hectare landbouwgrond en twee hectare industriegrond nabij Yerseke (Olzendepolder). Ook werd geïnvesteerd in speciale vanginstallaties.

Mosselen eten tijdens visserijfeesten in Yerseke, 2005 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Wolterbeek).

Mosselen eten tijdens visserijfeesten in Yerseke, 2005 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Wolterbeek).

Prix d’ Elite

In 2009 won Prins en Dingemanse de prestigieuze Prix d’ Elite met het product ‘de Oesterproeverij’. Drie jaar later, in 2012, herhaalde het bedrijf deze stunt. Ditmaal met de Zeeuwse Creuse Caresse. Een oester die in een waar ‘wellness resort’ wordt gevoed met het beste Oosterscheldewater en algen. Dit geeft de oester een unieke smaak.

Vijfde generatie

In 2013 trad de vijfde generatie Prins toe tot het directieteam.

Mosselverwerkingsproces

De meeste Zeeuwse mosselen zijn intussen afkomstig uit de Waddenzee, waar het mosselzaad wordt gehaald. Dit zaad wordt verhandeld op de mosselveiling en uitgezet op de mosselpercelen in de Oosterschelde. Op deze banken kunnen de mosselen dan verder groeien. Als de mosselen groot genoeg zijn voor consumptie worden ze uit het water gevist en in een bacterievrij bassin gelegd (‘verwateren’). Zo wordt eventueel aanwezig zand uit de mossel gespoeld en krijgen de mosselen tijd om te herstellen.

Na het verwateren volgt het sorteren op grootte. Tot slot worden de mosselen (waterdicht) verpakt. Om de mosselen levend te houden – vanwege de smaak – wordt door Prins en Dingemanse een mengsel van koolzuur en zuurstof toegevoegd.

Bronnen

www.prinsendingemanse.nl
www.krantenbankzeeland.nl

Auteur: W. van Gorsel (2021)

Dit verhaal is ook te vinden op www.encyclopedievanzeeland.nl.