Neeltje Lokerse

Neeltje Lokerse uit Yerseke was een eigenzinnig strijdster voor vrouwenrechten. Haar eigen leven werd getekend door een ongewenste zwangerschap van een heer uit Den Haag, bij wie ze als dienstbode werkte. Lokerse leefde in de tijd dat de eerste strijdsters voor vrouwenemancipatie opstonden. Maar ze was het op het punt van vrouwenrechten vaak oneens met deze personen en organisaties. Lokerse was dan ook geen emancipatiestrijdster, maar vooral een strijdster voor vrouwenrechten.

Portretfoto van Neeltje Lokerse (ZB, personendossier Neeltje Lokerse).

Portretfoto van Neeltje Lokerse (ZB, personendossier Neeltje Lokerse).

Dienstbode

Neeltje Lokerse werd geboren te Yerseke op 28 augustus 1868. Ze was de dochter van een koopman/agrariër en een dienstbode. Haar vader overleed toen ze acht was en ook een jonger broertje en zusje stierven in de eerste levensjaren.

De oesterteelt in Yerseke ontwikkelde zich in haar jeugd explosief. De economische welvaart van het dorp ging gepaard met onzedelijkheid, drankmisbruik en prostitutie. Anderzijds werd juist het godsdienstige leven in het dorp reactionair.

Toen Lokerse van de lagere school kwam, werd ze dienstbode. Eerst in Zeeland en na haar twintigste ook in Amsterdam en Den Haag.

Erkenning vaderschap

Een van haar Haagse werkgevers, S.J. Burghout, verwekte bij haar een kind, dat in 1901 geboren werd. Hij wilde dit kind echter niet erkennen, noch met haar trouwen. Onderzoek naar vaderschap was in die tijd verboden. Over dit onrecht was Lokerse zeer verontwaardigd. Op de werkplek van Burghout schoot ze een revolver af. Niet om te doden, maar om aandacht te vestigen op de positie van vele dienstbodes. Die aandacht kwam er. Lokerse werd gearresteerd, kreeg een rechtszaak en haalde daarmee de landelijke pers. Ze werd vrijgesproken en eenmaal vrij begon ze lezingen te houden. De teksten daarvan gaf ze in eigen beheer uit.

Krantenartikel over het vonnis in de rechtszaak tegen Lokerse. Uit de Goessche Courant van 25 december 1902 (ZB, Krantenbank Zeeland).

Krantenartikel over het vonnis in de rechtszaak tegen Lokerse. Uit de Goessche Courant van 25 december 1902 (ZB, Krantenbank Zeeland).

Roman

In 1914 bracht ze een roman uit met als hoofdpersoon Bertha van Doorn. Dit was een dienstmeisje dat net als zijzelf door een ‘heer’ in de steek werd gelaten. Lokerse kwam op voor dienstbodes en ongehuwde moeders en ze mengde zich daarom ook in het debat over prostitutie. Ongehuwde moeders waren immers vaak gedwongen hun broodwinning daar te zoeken.

Titelpagina van het boek Bertha van Doorn, geschreven door Neeltje Lokerse ('s-Gravenhage 1914).

Titelpagina van het boek Bertha van Doorn, geschreven door Neeltje Lokerse (‘s-Gravenhage 1914).

Lokerse sloot zich echter bij geen enkele stroming of vereniging aan. Ze zette zich zelfs af tegen personen en bewegingen die zich op hetzelfde pad bewogen als zij. Voorbeelden hiervan zijn de Vereeniging ter Behartiging van de Belangen der Jonge Meisjes en de Nederlandsche Vereeniging tegen de Prostitutie.

Tekening van Neeltje Lokerse door Laurent Verwey, in Eigen Haard, jaargang 37, 1911 (ZB).

Tekening van Neeltje Lokerse door Laurent Verwey, in Eigen Haard, jaargang 37, 1911 (ZB).

Huwelijk of alimentatie?

In 1909 vond de wet Loeff ingang. Deze wet, die onderzoek naar het vaderschap toestond, kon haar goedkeuring echter niet wegdragen. Alimentatie is niet wat een ongehuwde moeder nodig heeft, maar een huwelijk, aldus Lokerse, ook al is dat ongelukkig.

Pleidooi voor de totstandkoming van een wet op onderzoek naar het vaderschap. Artikel uit de Zierikzeesche Nieuwsbode van 2 januari 1906 (ZB, Krantenbank Zeeland).

Pleidooi voor de totstandkoming van een wet op onderzoek naar het vaderschap. Artikel uit de Zierikzeesche Nieuwsbode van 2 januari 1906 (ZB, Krantenbank Zeeland).

Lokerse was ook niet voor het afschaffen van de prostitutie. Bordelen moesten open blijven, zodat de dienstbodes niet werden verleid. Als spreker en schrijver – niet in de laatste plaats door haar stijl en taal – ondervond Lokerse dan ook veel weerstand. Voor de samenleving van die tijd verkondigde ze tegendraadse ideeën. Een van de terugkerende onderwerpen was haar verwerping van de vele christelijke dogma’s die het dagelijks leven beheersten. Toch maakte ze met haar lezingen indruk op haar publiek, omdat ze uit eigen ervaring sprak.

Zuid-Bevelandse dracht

In 1916 trouwde Lokerse met Willem van Strien, een rustend agrariër. Ze bleef lezingen houden. Ze werd een opvallende verschijning, mede omdat ze altijd haar Zuid-Bevelandse dracht bleef dragen. Haar zoon, die amper door haar werd opgevoed, bleef haar trouw toen ze oud en ziek werd. Neeltje Lokerse overleed in 1953 op 85-jarige leeftijd in Voorburg. In de Leidse wijk Stevenshof is in 1987 een pad naar haar genoemd.

Literatuur

W.C.S. van Benthem Jutting, J.C.B. Spits, Neeltje Lokerse, in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland, 4 (1990) 131-133.
Neeltje Lokerse, Onderzoek naar het vaderschap in verband met onze krankzinnigengestichten, gevangenissen, huizen van ontucht, z.pl. ca. 1906.
Neeltje Lokerse, Open brief naar aanleiding van het sluiten der bordeelen aan het gemeentebestuur van Rotterdam en aan den WelEd. Zeer Gel. Heer Dr. W.B. van Staveren, Lekkerkerk, ca. 1907.
Josine Spits, Neeltje Lokerse, van Zeeuwse dienstbode tot strijdbaar activiste (1868-1954), doctoraalscriptie Rijksuniversiteit Leiden, 1988.