Carmen Sylva

De noordwest kust van Walcheren stond aan de wieg van wat we veel later massatoerisme zijn gaan noemen. In het begin van de negentiende eeuw kwamen geneeskundigen tot de conclusie dat zeewater gezond was, zowel bij in- als uitwendig gebruik. Wie het kon betalen, liet zich ’s zomers met een koetsje de branding inrijden en nam een verfrissende duik. Al te veel bloot toonden de dames toen nog niet… ze gingen goed aangekleed, voorzichtig te water.

Badplaats als kuuroord

Tussen 1820 en 1830 ontstonden de eerste badplaatsen langs de Belgische en Nederlandse kust: Oostende, Heist, Scheveningen, Katwijk en Zandvoort. In Domburg werden vanaf 1833 de eerste badkuren aangeboden. Aanvankelijk waren het vooral de vermogende Middelburgers die zich aan zee en strand tegoed deden. Na de voltooiing van de Zeeuwse spoorlijn in 1872 nam het aantal gasten van buiten Zeeland toe. Nederlandse en Duitse handels- en industriemagnaten bouwden in de duinen riante villa’s. De Vereeniging tot bevordering der belangen van de badplaats Domburg had tot doel ‘om de bloei en de ontwikkeling van Domburg als badplaats te vermeerderen’. En dat lukte aardig.

Detailopname van de villa Carmen Sylva.

Detailopname van de villa Carmen Sylva.

Mezger, vorsten en kunstenaars

Omstreeks 1900 was Domburg uitgegroeid tot een chique badplaats. De in Amsterdam geboren arts dr. Johann Mezger (1838-1909) was vanaf 1885 een vaste gast van Domburg. Hij was toen al aan alle Europese vorstenhoven beroemd om zijn ‘wetenschappelijke massage’. Zijn cliënten volgden hem waar hij ging. Tot zijn patiënten behoorden onder anderen koning Gustaaf V van Zweden, tsarina Marie Fedorovna en haar dochter Olga, keizerin Elisabeth (Sissie) van Oostenrijk en de Franse ex-keizerin Eugénie.

Het Badpaviljoen in Domburg in volle glorie, omstreeks 1900 (Zeeuws Archief, HTAM).

Het Badpaviljoen in Domburg in volle glorie, omstreeks 1900 (Zeeuws Archief, HTAM).

Dat de kustplaats van 1900 tot 1920 ook Jan Toorop, Piet Mondriaan en andere kunstenaars van naam trok, had behalve met het veelgeroemde ‘Zeeuwse licht’ zeker ook met de aanwezigheid van een kapitaalkrachtig publiek te maken.

Zomerhuis Carmen Sylva

Het Domburg van nu heeft, ondanks de toeristen die elke zomer het plaatsje overspoelen, nog altijd iets van die oude grandeur behouden. Het eind twintigste eeuw herbouwde Badhotel en het in 2007 gerenoveerde badpaviljoen zijn daarvan voorbeelden.

Hedendaags zicht op villa Carmen Sylva vanuit de Noordstraat in Domburg.

Hedendaags zicht op villa Carmen Sylva vanuit de Noordstraat in Domburg.

Sprekender en authentieker is de tegen het duin aangevlijde villa Carmen Sylva. In 2001 werd dit zomerhuis – een rijksmonument – grondig gerestaureerd. De Duitse eau-de-cologne-magnaat Aldenbrück von Brühl liet het pand met twaalf kamers in 1885 en volgende jaren bouwen. Hij vond Villa Maria een passende naam. Enkele jaren later verkocht hij het huis aan zijn landgenoot Erbschloe. Nadat die er koningin Elisabeth van Roemenië te gast had gehad, gaf hij de villa de naam Carmen Sylva, naar het pseudoniem van deze Roemeense koningin-dichteres.

Inspiratie

Villa Carmen Sylva is een begrip voor iedereen die wel eens in Domburg op vakantie is geweest. Dichters zoals Hans van den Waarsenburg lieten zich door de villa en haar naamgeefster inspireren:
‘Ik schrijf je een brief van tijd, winters
terwijl de uren over de bodem schuren,
je gezicht, zichtbaar nog, achter tuindeuren
De luiken van Carmen Sylva schuift’.

Zuidelijke sfeer

Carmen Sylva staat er het grootste deel van het jaar een beetje mysterieus bij. Op de overdekte veranda aan de zeekant zouden koninklijke gasten zich nog steeds thuis voelen. Alleen ’s zomers, wel te verstaan, want de villa is als een zomerhuis gebouwd: geen spouwmuren en geen verwarming. Het huis heeft, mede door het kleurgebruik, een mediterrane uitstraling.