Vlietepolder op Noord-Beveland

De Vlietepolder is een inlaag en beslaat zo’n 7 hectare. Het gebied ligt tussen de zeedijk en een in 1890 aangelegde ‘reservedijk’, die moest voorkomen dat het hele eiland onder water liep als een stuk zeedijk wegzakte. De noordkust van Noord-Beveland werd veelvuldig geteisterd door zulke dijkvallen. Inlagen waren een beproefde methode om de schade te beperken; ze liggen hier in een aaneengesloten reeks.

Oostelijk deel

Rietvelden

Voor het opwerpen van een inlaagdijk groef men ter plekke kleigrond af. Daardoor ligt een inlaag vaak lager dan zijn omgeving. De Vlietepolder werd geëxploiteerd als rietland. Het riet dat er groeit, is heel geschikt om daken mee te dekken. Toen de inlaag hier tot stand kwam, waren de met riet (of het goedkopere stro) gedekte Zeeuwse boerenschuren overigens al op hun retour. Rietdaken werden vanaf het eind van de negentiende eeuw geleidelijk vervangen door pannendaken.

Westelijk deel

Veenmossen

In de rietvelden van de Vlietepolder groeien plaatselijk veenmossen, met name het glanzend veenmos, verder het zeldzame haakveenmos en in mindere mate het gewoon en gewimperd veenmos. De ontwikkeling van veenmosrietland is voor Zeeland uitzonderlijk en nergens in Nederland ontwikkelt zich dat zo dicht langs de zeekust. Ook komt in de inlaag moerasmelkdistel voor; de plant kan enkele meters hoog worden.

Moerasstuk

Dierenwereld

De rietlanden zijn een belangrijk broedgebied voor rietvogels, zoals blauwborst, waterral, baardman en rietzanger. Ook bruine kiekendief heeft hier gebroed. In het omliggende struweel broeden vogels als kneu, braamsluiper en spotvogel. En met de bijzondere grashommel die hier ook voorkomt, mag het duidelijk zijn dat dit pareltje aan de Noord-Bevelandse kust voor de oplettende bezoeker heel wat verrassingen in petto heeft.

Moeraskartelblad