Badplaats Vlissingen

Van Domburg is bekend dat het een van de eerste badplaatsen was, maar het was niet de enige plek waar men een graantje mee probeerde te pikken van de interessante nieuwe inkomstenbron die het toerisme bood. Ook Vlissingen profileerde zich als badplaats. Er werd geïnvesteerd in faciliteiten voor toeristen en het werkte. Ze wisten veel bezoekers te trekken.

De start van Badplaats Vlissingen

In 1872 werd Badhuis Vlissingen geopend en de stad zette zich vanaf dat moment hard in voor het toerisme door te zorgen voor goede en aantrekkelijke faciliteiten. Er kwamen meer badkoetsen, de Badhuisweg werd aangelegd om de stad te verbinden met de badplaats en er werd nóg een hotel gebouwd: Grand Hotel des Bains. De gemeente werd zelf eigenaar van de gebouwen, strandstoelen en badkoetsen en kon dus het strand gaan exploiteren.

Wat Vlissingen hielp, was de logistiek. Goede verbindingen op precies het juiste moment. Door de aanleg van de spoorlijn en een tramverbinding met Middelburg en daarbovenop nog een stoombootverbinding met Engeland werden de mogelijkheden om Vlissingen te bezoeken ideaal. Vlissingen wist ook mensen te trekken doordat de stad zich duidelijk als badplaats positioneerde via marketingcampagnes. Er werden folders verspreid en er werd landelijk geadverteerd.

Plezierreizigers

Vlissingen trok niet alleen verblijfstoeristen, maar ook zogenaamde plezierreizigers (de term die destijds werd gebruikt voor dagjesmensen). De meesten kwamen op zondag omdat dat hun enige vrije dag was. Velen kwamen met de Belgische Spoorwegmaatschappij naar Terneuzen. Vanuit daar pakten ze de boot naar Vlissingen. Ze werden gelokt door het voor die tijd zeer moderne reclamedrukwerk en kwamen soms met honderden tegelijk.

Reclameplaat Excursion à l’île de Walcheren (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata-III-1071).

Reclameplaat Excursion à l’île de Walcheren (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata-III-1071).

Verdere ontwikkeling

De infrastructuur van de stad werd verder verbeterd. Zo werd de Leeuwentrap gebouwd (deze geeft vanuit de Badhuisstraat nu nog steeds toegang tot de boulevard) en kwamen er kiosken, wandelpaden, zitbanken en elektrische verlichting. Al de tijd en het geld dat in het toerisme werd gestoken, was niet voor niks. In 1919 stond Vlissingen in de top vijf van Nederlandse badplaatsen.

Boulevard

Het toerisme floreerde dus en dat zorgde ervoor dat er meer pensions en hotels kwamen. Het strandgebied werd erg populair. De boulevard werd bebouwd en aan de voet van de Leeuwentrap kwamen vermogende Vlissingers te wonen – je vindt daar nu nog steeds een villawijk met prachtige huizen uit de vroege twintigste eeuw.

Pier

Nadat er ook een vliegveld iets buiten Vlissingen was aangelegd, leefde er nog één grote wens op toeristisch gebied: een pier. Daar waren al plannen voor gemaakt in de negentiende eeuw, maar de bouw liet lang op zich wachten omdat er nooit voldoende geld bij elkaar kon worden gehaald. In de jaren dertig van de twintigste eeuw was het dan eindelijk zover: de Wandelpier werd gebouwd. De pier stak vanaf Boulevard Bankert 150 meter de Westerschelde in en op de kop stond een horecapaviljoen. De pier was geen lang leven beschoren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog braken de Duitse bezetters hem grotendeels af. Maar in de herinnering leeft de pier nog voort en om de zoveel jaar, wanneer Vlissingen zich opnieuw bezint op haar toeristische toekomst, hoor je weer stemmen opgaan voor een nieuwe pier.

De Wandelpier in 1937 (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Vlissingen, nr. PP1711). Op de achtergrond: Boulevard Bankert, het Haventje van Meijer, de Spuiboezem en het Villapark.

De Wandelpier in 1937 (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Vlissingen, nr. PP1711). Op de achtergrond: Boulevard Bankert, het Haventje van Meijer, de Spuiboezem en het Villapark.

Moderne badplaats

Vlissingen is nog steeds een badplaats. Het Badstrand aan Boulevard Bankert is een enorm populaire plek (en het enige echte stadsstrand van formaat in de provincie). Op het naastgelegen Nollestrand vind je vrolijk gekleurde slaapstrandhuisjes. Bij beide stranden vind je fijne horecagelegenheden. Vlissingen profileert zich tegenwoordig als een stoere stad aan zee en de toeristische attracties zijn daar ook op toegespitst. Je vindt hier het Zeeuws maritiem muZEEum. Er is geen bootverbinding meer met Engeland, maar de treinverbinding met de rest van Nederland is nog prima in orde. Wanneer je aankomt op NS-Station Vlissingen kun je de Zonnetrein pakken naar het centrum. Alles prima in orde dus, op toeristisch gebied. Alleen de pier …, die ontbreekt nog steeds.