Het sinterklaasfeest

Op 5 december vieren veel mensen het sinterklaasfeest. Ze houden dan pakjesavond, waarbij ze elkaar uit naam van de goedheiligman cadeautjes geven. Deze traditie gaat terug tot de middeleeuwen. Het schoenzetten, de cadeautjes en de speculaaspoppen uit het middeleeuwse feest kennen we nog steeds. In het midden van de negentiende eeuw verscheen de knecht van Sinterklaas, die later Zwarte Piet werd genoemd. Het sinterklaasfeest wordt als de belangrijkste Nederlandse traditie beschouwd.

Illustratie Sinterklaas op paard met Zeeuwse 'boerinnen' uit het boek 'Kersti and Saint Nicolas' van Hilda van Stockum (ZB, Beeldbank Zeeland).

Illustratie Sinterklaas op paard met Zeeuwse ‘boerinnen’ uit het boek ‘Kersti and Saint Nicolas’ van Hilda van Stockum (ZB, Beeldbank Zeeland).

Het middeleeuwse Sint-Nicolaasfeest

In de late middeleeuwen ontvingen kinderen en armen in de steden een traktatie op de feestdag (6 december) van de heilige Nicolaas, die in de vierde eeuw bisschop van Myra was. Er waren ook wereldse vieringen op markten en kermissen. Jongelui schonken elkaar harten van suikergoed en vrijers en vrijsters van speculaas. Op die manier kon een jongen een meisje ten huwelijk vragen. Ook het schoenzetten kwam toen al voor.

Een feest in huiselijke kring

Na de reformatie ging men het feest in huiselijke kring vieren. Dat gebeurde vooral in de steden. Kinderen mochten hun schoen zetten en vonden daarin de volgende ochtend de cadeautjes van de Sint.

Dit schilderij van Jan Steen toont het Sint-Nicolaasfeest in een gezin uit de zeventiende eeuw (Rijksmuseum Amsterdam).

Dit schilderij van Jan Steen toont het Sint-Nicolaasfeest in een gezin uit de zeventiende eeuw (Rijksmuseum Amsterdam).

De vermanende Sinterklaas had zijn intrede al gedaan. De roe dreigde als straf voor stoute kinderen. Voor brave kinderen was er lekkers, zoals zoet brood, en speelgoed.

Illustratie van kinderen bij de schoorsteen uit het boek Sinterklaas Opzeg-rympjes van Jan Heyse (ZB, Beeldbank Zeeland).

Illustratie van kinderen bij de schoorsteen uit het boek Sinterklaas Opzeg-rympjes van Jan Heyse (ZB, Beeldbank Zeeland).

Rammelende kettingen

Op het platteland was het sinterklaasfeest ook een angstaanjagend gebeuren. Midden negentiende eeuw klonk bij de sinterklaasviering in een dorp op Walcheren gerammel met kettingen, gilden er bange kinderen en vielen er grote pepernoten (‘erremujenaers’) neer. Ook elders in Nederland kwamen zulke ‘wilde’ sinterklaasvieringen voor. Maar het kon ook rustiger. In datzelfde Walcherse dorp mochten meisjes bij de bakker gebak komen vergulden, dat op de feestdag werd verkocht of verloot.

Lekkernijen

Lekkernijen zijn vanouds onmisbaar bij het sinterklaasfeest. In Zierikzee, evenals in andere steden, stonden de bakkerswinkels in de sinterklaastijd vol met “hooge stellaadjes vol blinkende klaasmannen, verleidelijke suikervrijsters, boterletters, harten om te stelen”. Brood- en koekletters, waarmee kinderen konden leren hun naam te spellen, werden later vervangen door chocoladeletters.

Met de stoomboot uit Spanje

Schrijvers van boekjes en liedjes brachten na het midden van de negentiende eeuw nieuwe elementen in het feest aan: de komst van Sinterklaas uit Spanje bijvoorbeeld, en de stoomboot, destijds een gloednieuw vervoermiddel. Overigens kwam de Sint op veel plaatsen in Zeeland lange tijd ook wel per tram of trein aan.

Intocht per boot in Goes in 1963 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Intocht per boot in Goes in 1963 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Pieten

Aan de zijde van Sinterklaas verscheen een nieuwe figuur: een zwarte knecht. Deze maakte – voor zover bekend – voor het eerst zijn opwachting in het prentenboekje Sint Nicolaas en zijn knecht van de onderwijzer Jan Schenkman uit 1850. We weten niet zeker waarop Schenkman deze figuur (die hij geen naam gaf) baseerde. Zo’n twintig jaar later nam de knecht de bestraffende rol van Sinterklaas over. Sint ontwikkelde zich van kinderschrik tot een eerbiedwaardige kindervriend. De knecht verscheen steeds vaker in levende lijve naast Sinterklaas en werd een griezelige figuur, voor wie kinderen bang waren. Pas na 1900 werd hij in brede kring Zwarte Piet genoemd.

Kinderboekillustratie uit 1947 met Sinterklaas als eerbiedwaardige grijsaard en Zwarte Piet als kinderschrik (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).

Kinderboekillustratie uit 1947 met Sinterklaas als eerbiedwaardige grijsaard en Zwarte Piet als kinderschrik (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).

Door nieuwe opvattingen over autoriteit en opvoeding in de jaren zestig van de twintigste eeuw boette Sinterklaas aan waardigheid in en werd Zwarte Piet een kindvriendelijke, grappige en meestal bekwaam optredende figuur, zich manifesterend als de moderne populaire manager van Sinterklaas, die zelf een dagje ouder wordt. Sinds de jaren tachtig leidt de figuur van Zwarte Piet tot beroering in de samenleving. Met name in Surinaamse en Antilliaanse kringen wordt Zwarte Piet als discriminerend ervaren en beleefd als een overblijfsel uit het slavernijverleden. Dat heeft ertoe geleid dat andere Pieten hun intrede hebben gedaan, waaronder de regenboogpiet en de schoorsteenpiet met roetvegen op het gezicht.

Aankomst Sint en Piet in Sluis, 1965 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto O. de Milliano).

Aankomst Sint en Piet in Sluis, 1965 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto O. de Milliano).

Cadeautjes, gedichten en surprises

Rond 1900 gingen ook steeds meer volwassenen elkaar cadeautjes geven. De commercie kreeg greep op het feest. In een speciale bijlage van de Middelburgsche Courant van 1910 verhaalt de schrijver uitvoerig over wat er in de verschillende winkels in de Middelburgse binnenstad als Sinterklaasgeschenk kon worden aangeschaft. Van vulpen tot haardkleedje, van vogelkooi tot sjoelbalspel.

Cadeautjes gingen steeds meer vergezeld van vermanende of spottende gedichten. Of werden verstopt in surprises. Al weken hadden hele huisgezinnen zich daarmee in alle geheimzinnigheid beziggehouden. Vooral na de Tweede Wereldoorlog raakte het lootjes trekken voor pakjesavond in zwang.

Sinterklaasfeest bij de WMZ in Goes, 1980 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Sinterklaasfeest bij de WMZ in Goes, 1980 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Nationale traditie

In de loop van de twintigste eeuw werd het sinterklaasfeest ook vaker buiten de huiselijke kring gevierd. Elk dorp en elke stad kreeg zijn eigen intocht. En Sinterklaas bracht in het vervolg aan alle scholen een bezoek. Het sinterklaasfeest werd zo een traditie die in het hele land werd gedeeld. Zeker toen de intocht van Sinterklaas vanaf de jaren zestig op televisie werd uitgezonden en nog weer later een Sinterklaasjournaal aan het feest werd gewijd, ontwikkelde zich een uniforme, nationale traditie.

Eerste plaats

Met zijn lange geschiedenis is het sinterklaasfeest niet alleen het bekendste kinderfeest van Nederland, maar ook betekenisvol cultureel erfgoed. In een onderzoek van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (tegenwoordig: Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland) naar belangrijke tradities in Nederland eindigde het sinterklaasfeest op de eerste plaats. Het werd in 2015 bijgeschreven op de nationale inventaris immaterieel cultureel erfgoed.

Literatuur

Ineke Strouken e.a., Sinterklaas, van heilige tot kindervriend, uitgave Nederlands Centrum voor Volkscultuur.
Thema Sinterklaas op www.meertens.knaw.nl.
Webpagina Illustraties uit kinderboeken over Sinterklaas van de Koninklijke Bibliotheek.
Over het boekje Sint Nikolaas en zijn knecht van J. Schenkman (via deze link is het boekje ook digitaal in te zien).

ZB, Krantenbank Zeeland, in het bijzonder:
Zierikzeesche Courant 5 december 1874 (bakkerswinkels Zierikzee)
Vlissingsche Courant, 4 december 1887 (sinterklaasviering in dorp op Walcheren)
Middelburgsche Courant, bijlage Sint-Nicolaas Courant, 25 november 1910 (geschenken in Middelburgse winkels)

Rond 1925 verscheen het boek St. Nicolaas te Zierikzee, geschreven door de in Wilhelminadorp geboren Jacob Stamperius, schoolhoofd en jeugdboekenschrijver.